Aan de slag met digitale geletterdheid? Zo doe je dat
aniek
Wat is digitale geletterdheid en hoe kan je het als docent een plek geven in de les? Stephanie van den Kieboom geeft les in digitale geletterdheid en legt uit hoe je leerlingen wegwijs kan maken in de digitale wereld. Van hoe moet je reageren op Instagram tot het gebruiken van Google Maps, lees hieronder wat dit vak allemaal inhoudt én hoe je het kan inzetten in jouw les.
Zou je kunnen toelichten wat digitale geletterdheid inhoudt?
“Digitale geletterdheid gaat over vaardigheden die leerlingen nodig hebben om zich wegwijs te kunnen maken in de digitale wereld. Digitale geletterdheid bestaat uit vier van de elf 21e eeuwse vaardigheden: mediawijsheid, ICT-basisvaardigheden, informatievaardigheden en computational thinking.”
“Het is de bedoeling dat docenten de 21e eeuwse vaardigheden aan leerlingen op de basisschool én leerlingen op de middelbare school aanleren. Uit onderzoek blijkt dat docenten moeite hebben om deze vaardigheden toe te passen in hun eigen vakken. Het is de bedoeling dat alle docenten dit in hun lessen zouden moeten opnemen, maar de vraag is: gebeurt dat overal? Wordt dat voldoende gedaan, ja of nee?”
Kan je meer uitleggen over jouw rol als docent digitale geletterdheid?
“Ik werk fulltime als docent op het Erasmus, een middelbare school in Almelo. Dat is een middelbare school van praktijkonderwijs tot en met het gymnasium en we hebben zelfs internationale schakelklassen. Ik ben verantwoordelijk voor het digitaal geletterd maken van leerlingen, maar ook zeker mijn collega’s. Mijn collega’s moet ik natuurlijk ook digitaal geletterd maken, zodat zij de vaardigheden überhaupt aan leerlingen kunnen aanleren.”
“Het is nog niet zo dat er daadwerkelijk getoetst wordt op digitale geletterdheid. Het is nog niet verplicht vanuit de overheid, dat er getoetst wordt of een leerling digitaal vaardig is of niet. Maar, digitale geletterdheid is wel iets dat steeds meer naar voren komt. Vooral in Coronatijden bleek heel erg hoe belangrijk ICT-vaardigheden of informatievaardigheden eigenlijk zijn voor leerlingen om zich te kunnen redden in de maatschappij. Ik zorg dat ik zoveel mogelijk van de kernwaardes en kerndoelen van digitale geletterdheid toepas in andere vakken. De vaardigheid mediawijsheid, waarbij we het hebben over ‘hoe reageer je bijvoorbeeld als iemand jou rare berichtjes stuurt op Instagram’, is lastig bij andere vakken te implementeren. Daarom geef ik deze lessen zelf.”
Is digitale geletterdheid een apart vak?
“Ik bied digitale geletterdheid niet aan als een apart vak, daar is geen tijd en ruimte voor in het huidige curriculum. Ik probeer het zoveel mogelijk te implementeren bij de andere vakken. Bij aardrijkskunde kan je het bijvoorbeeld hebben over Google Maps en bij burgerschap kan je het hebben over normen en waarden online. Maar er blijven zaken over en dat geef ik dus in gastlessen over mediawijsheid. Die lessen geef ik bijvoorbeeld in plaats van mentorles. In de les kunnen we het hebben over wat wel een normale reactie in de algemene WhatsApp groep van de klas is en wat niet. Dat zijn onderwerpen die ter sprake komen.”
Maak je gebruik van bepaalde lesmethodes?
“Ik maak niet gebruik van vaste lesmethodes omdat ik vind dat die heel snel achterhaald zijn. Het is belangrijk om non-stop in te spelen op wat leerlingen op dat moment het meest bezighoudt. Je kan het wel gaan hebben over Facebook, maar dat gebruiken ze helemaal niet, dus je moet het gaan hebben over Snapchat, TikTok en Instagram. Een van de methodes die ik wel gebruik is dat ik mijn leerlingen les geef en ze vervolgens les laat geven aan leerlingen uit groep 7 en 8. Ik laat leerlingen ook weleens zelf lesmateriaal zoals presentaties maken, waardoor ze ook weer hun ICT-basisvaardigheden en informatievaardigheden gebruiken. Ze moeten namelijk zelf nadenken over welke informatie interessant is. Leerlingen zijn meer geïnteresseerd als ze het van leerlingen horen in plaats van de docent.”
Heb je tips voor andere docenten om digitale geletterdheid toe te passen?
“Het is belangrijk om het gesprek aan te gaan met leerlingen. Hierbij moet je wel onthouden om weg te blijven van alle gevaren en wat je wel/niet online moet doen. Laat de leerlingen vooral zelf vertellen wat ze aan het doen zijn en laat ze zelf het gesprek voeren. Ze gaan dan vanzelf elkaar op dingen aanspreken. Het is soms zelfs bijna grappig. Stel het gaat over WhatsApp gedrag en je hebt het over wel of niet spammen, dan stel ik weleens de vraag ‘hey maar jongens, wat vinden jullie ervan als die en die en die dit soort berichtjes stuurt’. Dan ontstaat er vanzelf een gesprek. Ze zeggen dan gewoon tegen elkaar ‘luister, wat jij doet is helemaal niet leuk’. Daar heeft de ander dan veel meer aan dan wanneer een docent het zegt. Ik stel ook weleens de vraag ‘wie heeft er moeite mee om de telefoon weg te leggen’ en dan gaat er een hand omhoog en dan zegt een leerling ‘ik heb er moeite me, want ik vind het moeilijk om te stoppen’.”
“Dat is echt zinvolle informatie waar je als docent heel veel uit kan halen. Vraag gewoon een keer aan een leerling ‘wat is TikTok, leg het eens uit’ of ‘kan iemand mij helpen met het digibord’ of ‘kan iemand googelen hoe de standby functie van het digibord werkt’. Geef ze een opdracht en laat ze meedenken, want wij gaan het niet winnen als docenten.”
Tot slot: op welke manier maak je gebruik van WRTS?
“WRTS ken ik al vanuit mijn studietijd, maar dan meer om woordjes te leren. Ik gebruik het zelf wel eens om nieuwe talen te leren of om juist een woordenlijst te maken van digitale termen. Ik zet WRTS dus meer in om bepaalde begrippen uit je hoofd te leren, daar is het platform erg geschikt voor.”